Van 23 tot en met 26 mei 2011 werd een tweede studiereis ondernomen naar MAXXI in Rome, met als doel een ontmoeting te hebben met de Italiaanse Arte Povera kunstenaar Michelangelo Pistoletto (1933) en hem vragen te stellen in verband nieuwe artistieke praktijken in relatie tot innovatie van het kunstonderwijs. In MAXXI was een overzichtstentoonstelling te zien van het oeuvre van zijn vroege oeuvre van en van zijn laatste grote project: Cittadellarte (1998).
Cittadellarte is een interdisciplinair kunstinstituut dat is gevestigd in een oud fabriekscomplex in Biella (Noord Italië). Het werd in 1998 werd opgericht. Net als bij Calarts wordt ook bij Cittadellarte de vraag naar ideeën voorop gesteld en niet zo zeer de vraag naar welke media of voorkennis een kunstenaar of kunststudent beheerst of zou moeten beheersen.
Cittadellarte-Fondazione Pistoletto werd opgericht als onderdeel van The Progretto Arte Manifesto, waarin Michelangelo Pistoletto een nieuwe rol van de kunstenaar voorstelde. Deze nieuwe rol zou zich vooral moeten richten op het creëren van de directe interactie tussen kunst en all the areas of human activity which form society, en gedraagt zich als laboratorium en generator van creatieve energie, aanjager van niet officiële en onverwachte ontwikkelingsprocessen op het gebied van cultuur, productie, economie en politiek. “Art is the most sensitive and complete expression of thought and it is time for artists to take upon themselves the responsibility of ensuring communication between all other activities, from the economy to politics, to science and religion, through to education and behaviour. In other words, all aspects of the social fabric”.[1]
Cittadellarte is georganiseerd in de vorm van verschillende ‘kantoren’, de zgn. Uffizi. Ieder afzonderlijk kantoor adresseert een specifiek gebied in het sociale systeem, met als belangrijkste doelstelling: de transformatie van een globale samenleving, te beginnen bij de locale dimensies (kleinschaligheid).
De Uffizi zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: kunst, educatie, ecologie, economie, politiek, spiritualiteit, productie, arbeid, communicatie, architectuur, mode en voedsel.
A place for the convergence of creative ideas and projects that combine creativity and enterprise, education and production, ecology and architecture, politics and spirituality.
An organism aimed at producing civilization, activating a responsible social transformation necessary and urgent a local and global level.
In 2010 organiseerde de Fondazione Pistoletto de tentoonstellingen “Practicing Memory in a time of an all-encompassing present” en “VISIBLE – where art leaves its own field and becomes visible as part of something else”[2]. Beide zijn voorbeelden van de wijze waarop Cittadellarte onderzoekt hoe productieruimte (lees: atelier) en tentoonstellingsruimte gezien kunnen worden als sociaal en educatief forum, met ingrijpende gevolgen voor de positionering van de kunstenaar. Hij is niet langer een superindividueel genie dat meesterwerken maakt en zich zodoende alleen tot zichzelf en de kunstgeschiedenis verhoudt, maar hij wordt iemand die samenwerkt en zijn kunst niet zo zeer meer ziet als meesterwerken, maar als instrumentarium.
Cittadellarte is georganiseerd in de vorm van verschillende ‘kantoren’, de zgn. Uffizi. Ieder afzonderlijk kantoor adresseert een specifiek gebied in het sociale systeem, met als belangrijkste doelstelling: de transformatie van een globale samenleving, te beginnen bij de locale dimensies (kleinschaligheid).
De Uffizi zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: kunst, educatie, ecologie, economie, politiek, spiritualiteit, productie, arbeid, communicatie, architectuur, mode en voedsel.
A place for the convergence of creative ideas and projects that combine creativity and enterprise, education and production, ecology and architecture, politics and spirituality.
An organism aimed at producing civilization, activating a responsible social transformation necessary and urgent a local and global level.
In 2010 organiseerde de Fondazione Pistoletto de tentoonstellingen “Practicing Memory in a time of an all-encompassing present” en “VISIBLE – where art leaves its own field and becomes visible as part of something else”[2]. Beide zijn voorbeelden van de wijze waarop Cittadellarte onderzoekt hoe productieruimte (lees: atelier) en tentoonstellingsruimte gezien kunnen worden als sociaal en educatief forum, met ingrijpende gevolgen voor de positionering van de kunstenaar. Hij is niet langer een superindividueel genie dat meesterwerken maakt en zich zodoende alleen tot zichzelf en de kunstgeschiedenis verhoudt, maar hij wordt iemand die samenwerkt en zijn kunst niet zo zeer meer ziet als meesterwerken, maar als instrumentarium.
[1] Progretto Arte Manifesto, Michelangelo Pistoletto, 1998
[2] Angelika Burtscher / Judith Wielander, “Visible”, Sternberg Press, 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten